Verslag Oude IJsselrace
De Oude IJsselrace wordt zoals veel andere roeiraces gehouden op het mooiste roeiwater van Nederland. De route voert van Doesburg naar Doetinchem en onderweg zijn prachtige molens en zelfs een heus kasteel te bewonderen. De beschrijving zegt net nog niet waar je het beste je boot kan afmeren om onderweg te picnicken!
Bijzonder aan deze race is wel dat deze gaat over een afstand van 11.6 km en alleen bedoeld is voor de kleine gladde nummers: skiffs en tweeën. Ook bijzonder is dat je kan kiezen tussen opstappen in Doesburg (vroeg opstaan) of Doetinchem (nog vroeger opstaan en 23.2 km roeien, maar dan kan je wel twee keer van het kasteel genieten en heb je minder logistieke uitdagingen).
Ik heb altijd al een keer langs een kasteel willen roeien en dus gaat na een nacht slecht slapen van de spanning op de bewuste zaterdag al om 5:40 mijn wekker af. De wedstrijd start pas tegen de middag en wij kiezen uiteraard voor de Doesburg variant dus eigenlijk is het een raadsel waarom ik midden in de nacht moet opstaan. De Bestevaer ligt dan immers al met last minute gerepareerde voetenbordrails op de botenwagen. Mijn overige spullen liggen al een week klaar.
Een klein uur na de wekker staat mijn gele fiets achterop de auto van Angelique en rijden we achter de botenwagen aan naar het rustieke haventje van WSV Doesburg. Ons logistieke plan is om na het opriggeren de auto bij de finish te parkeren en vervolgens terug te fietsen naar Doesburg zodat we ook na de race weer beschikken over vervoer.
Daar is echter geen tijd voor. In het grote wedstrijdboek staat dat we al om 9:45 verplicht aanwezig moeten zijn bij de zogenaamde ‘stuurliedenvergadering’. Het is na het gezellig sleutelen aan de boot om de riggers erop te krijgen opeens al 9:00 en een fietsrace tegen de tijd vooraf lijkt ons niet bevorderlijk voor het roeiresultaat. Dus gooien we het plan om en rijden zo snel mogelijk met de auto heen en weer naar Doetinchem om daar onze fietsen neer te zetten.
Terug in Doesburg is het haventje een stuk minder rustiek dan het daarvoor was. Overal waar plek is liggen skiffs en tweeën in verschillende stadia van opriggeren. Het is wel echt een gezellige boel en we zijn gelukkig net op tijd bij de verplichte stuurliedenvergadering.
Hier wordt voorgelezen uit het grote wedstrijdboek. Het gaat vooral over de gevaren van deze lange reis: Het water is ‘maar’ 13 graden, bij de bruggen mag je niet inhalen en de de derde brug is misschien te laag om zonder bukken onderdoor te roeien en her en der staan palen in het water om je binnenvaarder aan af te meren of te testen hoe stevig je roeiboot is. Verder zijn er langs de route roeisupporters met lange stokken gesignaleerd. (Dit ondanks de afspraken met de lokale hengelvereniging.)
Na de stuurvergadering vangen we van de organisatie op dat de boten nu toch echt het water in moeten. Dit schijnt volgens een soort schaap-over-de-dam principe te werken. Als er 1 boot over de dam is, dan gaan de andere dringen om ook te water te gaan. Er passen maar 2 boten aan het vlotje en we hebben geen zin om met de boot boven ons hoofd in de rij staan en dus varen we met de Bestevaer voorzien van startnummer 14 als EERSTE OVERALL (graag taggen in het cms) het mooie vlakke water van de IJssel op.
Het is dan pas 10:30 en de start is pas om 11:30 dus zonder die stuurvergadering hadden we ons oorspronkelijke logistieke plan makkelijk kunnen uitvoeren. Maar wat is er nou leuker dan een uur lang ronddobberen en genieten van de opmerkingen van steeds meer van de 97 andere deelnemers?
Uiteindelijk is het zover. De boten liggen op volgorde van startnummer en om de 15 seconde wordt een boot opgeroepen om te starten. Het is een zogenaamde vliegende start: voor de startlijn bouw je snelheid op en je tijd start zodra je over de lijn gaat.
We gaan met de Bestevaer bewust niet zo snel mogelijk maar zo-snel-als-we-11.6km-lang-kunnen-volhouden over de startlijn. Vanwege de wind mee houdt Angelique een net iets hoger tempo aan dan we vantevoren hadden bedacht en we gaan ook wat sneller dan bij onze laatste en enige 12km test op de Eem. Het is stil in de boot, er wordt geconcentreerd geroeid en er zijn alleen flauwe bochten waardoor ik ook bijna geen stuurcommando’s hoef te geven.
In de Achterhoek schijnt alles wat langzamer te gaan. Roeien is daarop duidelijk een uitzondering. De boot die 15 seconden na ons start ligt na de eerste anderhalve kilometer al zo’n beetje op gelijke hoogte. Zij varen dicht op de kant en hun boeg kijkt minder vaak en vooral minder ver om dan ikzelf. Zouden ze die binnenvaarder-afmeerpaal wel gezien hebben? Het lijkt er vanuit mijn perspectief op dat ze er echt recht op af sturen. Ik heb in zo’n soort situatie wel eens commentaar gehad dat ik niets zei en dus brul ik keihard iets in de zin van PAS OP VOOR DE PAAL. Na de finish worden we daarvoor bedankt, ze hadden hem inderdaad niet gezien…
Mijn slag raakt gelukkig niet van slag van mijn gebrul en zo ongeveer naast elkaar roeien beide boten hard verder. Angelique heeft duidelijk geen zin om nog verder ingelopen te worden, we geven niet veel. Dan doemt de tweede brug op. Deze Hoogkeppelse Brug is hoog, maar wel wat smal en dus kunnen er geen twee boten naast elkaar onderdoor. De regels zeggen enerzijds dat een oplopende boot voorrang heeft maar anderszijds dat je bij de brug niet in mag halen. Geen idee wat ik hiermee aan moet! Nadenken kost kennelijk ook tijd, want al voor de brug zijn we toch echt ingehaald en gaan als tweede onder de brug door.
Daarna komt het leukste stuk van de rit: de Laagkeppelse Brug die misschien te laag is om onderdoor te roeien. De boot voor ons stopt al ruim voor de brug met roeien en verliest veel vaart. Wij hebben dit bij ‘onze’ bruggen over de Eem geoefend en ik laat de boot pas lopen om te bukken als we de brug tot op een paar meter genaderd zijn. Houden om de boot voor ons niet te raken is net niet nodig!
Onze tegenstanders hebben onder de brug kennelijk net wat meer rust gehad want heel langzaam lopen ze daarna uit. De rivier wordt nu smaller en er zijn bomen om ons heen en de wind gaat liggen, maar we merken nog wel dat we in golfjes varen die waarschijnlijk worden veroorzaakt door de boot voor ons! ‘Nog twee kilometer’ zegt Angelique. Dat is van de Grote Melm naar het vlot denk ik opgelucht, want mijn energie begint nu wel echt op te raken. Een opluchting als we finish signalen horen en vooral als die voor ons klinkt! Een eindsprint zat er voor mij echt niet meer in.
Dan komt nog een zwaar deel van de tocht. We lopen met de boot boven ons hoofd het botenwagenterrein op, maar hebben geen idee waar onze botenwagen staat. De boot is echt veel zwaarder dan normaal en we moeten er ook veel verder mee zeulen. Onze wagen staat uiteraard helemaal achteraan…
Ik bedenk me dat ik onderweg geen kasteel en geen molen heb gezien. We zijn ook door nog een boot ingehaald, maar ik weet niet meer op welk punt. Ik weet wel dat de appel-abrikozentaart en de koffie in het gezellige clubhuis van WSV de Ank erg goed smaken. Wat een dag! Marien zegt dat er een goede MTB route in de buurt is als hij mijn fiets ziet – ik ben al blij dat ik uberhaupt nog op een fiets kan zitten. Terug in Doesbrug drinken we nog sinas-minder-zoet uit een bierflesje en daarna rijden we terug naar Baarn. Daar riggeren we de boot weer op en ik ben net op tijd thuis voor het avond eten.
ARV de Ank heeft ongeveer 112 leden waarvan de helft geholpen heeft bij de organisatie van deze 8ste IJsselrace. Allemaal bedankt en Marien bedankt voor het wederom rijden met de botenwagen!