Met de instructie ontwikkel je je roeiskills. Met de examens toets je wat je geleerd en ervaren hebt.
Leuke weetjes over het roeien
We Love Our Jobs And That Makes All The Difference
Lorem ipsum dolor sit etra amets, consectetur adipiscing elit, sedips do eiusmod tempor incid et dolor.
Lorem ipsum dolor sit etra amets, consectetur adipiscing elit, sedips do eiusmod tempor incid et dolor.
Lorem ipsum dolor sit etra amets, consectetur adipiscing elit, sedips do eiusmod tempor incid et dolor.
Lorem ipsum dolor sit etra amets, consectetur adipiscing elit, sedips do eiusmod tempor incid et dolor.
Roei- en stuurbevoegdheden
Welke bevoegdheden kun je behalen?
JEUGD (tot en met 17 jaar)
VOLWASSENE
Historie
De historie van de vereniging De Eem gaat bijna 100 jaar terug. Die van de rivier de Eem nog veel verder.
Oprichting Baarnse Watersportvereniging De Eem
Op 20 maart 1923 richten 20 leden, onder voorzitterschap van de heer G.L. Tegelberg, de Baarnse Watersportvereniging de Eem op en begint de vereniging aan de opbouw van een inmiddels bijna 100-jarige historie.
Aan het einde van het eerste verenigingsjaar bedrijven 48 leden watersport in verschillende privé wherry’s, zeilboten en kano’s. 5 jaar later prijkt BWV de Eem op de ledenlijst van zowel de Koninklijke Nederlandse Roei Bond (KNRB) als het Koninklijk Nederlands Watersport Verbond (KNWV).
Botenhuis
In de beginjaren van De Eem spreekt men nog van ‘een botenhuis’ dat de vereniging eerst voor 180 gulden per jaar van de gemeente Baarn huurt en in 1936 voor 1500 gulden in eigendom krijgt, terwijl voor de grond een erfpacht van 1 gulden per maand geldt. Het botenhuis ligt – heel toepasselijk – precies tussen twee in 1916 door August Janssen gebouwde zwembaden in. De huidige toegangsweg naar de vereniging draagt nog altijd zijn naam. In het ene zwembad baadt ‘het gewone volk’, gratis. Voor het andere bad, waar nu nog het woord zweminrichting op de gevel staat, moet je betalen. De komst van het huidige Baarnse zwembad en zwaar vervuild Eemwater doen beide zweminrichtingen in de geschiedenisboeken verdwijnen.
De vervuiling van de Eem maakte later het zwemmen onmogelijk. In 1947 vond een grondruil plaats met de heer de Ruig. Het stuk grond tussen botenloods en zwembad, aan de Amersfoortse kant, werd geruild voor grond en het voormalige bootsmanshuis, dat stond op de plaats waar nu de botenwagens geparkeerd staat.
Vooroorlogse vloot
Voor de oorlog bestaat de vloot vooral uit wherry’s en 12-voets jollen. Dat mag ten opzichte van het huidige botenbestand misschien wat minderwaardig lijken, destijds hebben leden ‘hun’ waardevolle materiaal moeten redden uit vernielzuchtige handen van de wegtrekkende vijand. Maar de 13 roei- en 2 zeilboten hebben de oorlog overleefd en 5 jaar later heeft de boots- alias scheepstimmerman er zelfs 4 jollen bijgebouwd. Wezenlijke aanwas van vooral de roeivloot dateert uit de zeventiger jaren van de vorige eeuw, als ook de eerste kunststofboten, enkele jeugdskiffs te water gaan.
Bootsman
Vanaf de oprichting van de vereniging is er een bootsman in dienst, die waakt over het verenigingsbezit. In 1943 moet bootsman Knip vanuit zijn bootsmanshuisje met lede ogen aanzien dat enthousiaste leden ook ’s winters gaan roeien; een ware aanslag op het gekoesterde varend materieel. Dit huisje met luiken voor de ramen mag vanaf de waterkant lange tijd een heel pittoreske indruk hebben gemaakt, begin 90-er jaren is het erg uitgewoond en in 1994 sluit de laatste bootsman, Savonije, voor de laatste keer de deur bij zijn vertrek naar een verzorgingshuis.
Het vernieuwde verenigingsgebouw
Verbouwing of vernieuwing van de accommodatie is sinds de verwerving van het botenhuis een terugkerend thema. Een nieuwe ingang vormt in 1947 de eerste aanpassing, na grondruil met Thymen de Ruig. Ruim 30 jaar later keurt de ledenvergadering een flinke uitbreiding goed van een stenen aanbouw met balkon, gerenoveerde botenloods, vernieuwd vlot en een door Harry Rentema ontworpen botenwagen. Weer 20 jaar verder in de tijd is de recover bijna twee keer zo groot en liggen de wherry’s en singleboten in een nieuwe loods. Dit alles ten koste van het bootsmanshuisje van bootsman Savonije, wiens brievenbus nog wel is blijven staan. En het gebouw anno nu? Dat krijgt eind 2014 zijn (voorlopig) definitieve vorm, wanneer het ruimte biedt aan meer dan 400 leden, ongeveer 80 roei- en 10 zeilboten. Het vormt met z’n modernere uitstraling en fors uitgebreid balkon een ware parel aan de Eem.
Het verenigingstenue en embleem
Ook het verenigingstenue kent zijn eigen geschiedenis. Het vroegere gemeentewapen van Baarn, daterend uit de periode 1867 tot 1969, vormt het verenigingsembleem. Op een blauw veld houdt een gouden Romeinse slaaf een steigerend zilveren paard in bedwang. Het beeld, met enigszins aangepaste kleuren, schijnt een schets te zijn van een marmergroep uit Stuttgart, gemaakt door een hofdame van koningin Sophia van Wurtemberg, gemalin van koning Willem III. Het lijkt geen speciale betekenis te hebben voor Baarn, maar BWV de Eem heeft het oude wapen in ere gehouden.
Het clubblad Actueem
In 2008 is besloten om de Eemflits niet langer als blad uit te geven, maar de communicatie met de leden alleen via de website www.de-eem.com , later https://www.bwvdeeem.nl te onderhouden. De Eemflits bestond onder deze naam sinds 23 december 1966. In 2010 is de wens uitgesproken om toch weer enkele nieuwsbrieven uit te brengen. Dat leidde tot onze huidige digitale maandbrief: Actueem.
Omvang vereniging en Archief
Een nauwkeurige weergave van de ontwikkeling van het ledenaantal is bijna niet mogelijk vanwege de vernietiging van het verenigingsarchief tijdens de oorlog. Wel is duidelijk dat de vereniging een gestage groei heeft gekend, zeker tot ongeveer 2010. Momenteel schommelt het met ups en downs rond de 450.
Bestaand archief is online te raadplegen bij Eemland Archief in Amersfoort via http://www.archiefeemland.nl. Zoek op “De Eem”.
De geschiedenis van de rivier de Eem
De rivier de Eem is de enige Nederlandse rivier die van oorsprong tot monding op Nederlands grondgebied ligt. Ze is ontstaan tijdens de voorlaatste ijstijd toen aardlagen door gletsjers werden opgestuwd tot stuwwallen, die we nu kennen als het Gooi en de Utrechtse Heuvelrug. Onder het ijs werd materiaal weggeperst waardoor een bekken werd gevormd dat vol liep toen de ijsmassa’s smolten. Dit was het IJsselmeergebied, waarop ook de Eem afwaterde.
In de Romeinse tijd (800 v. Chr. – 400 n. Chr.) ontstonden nieuwe zeegaten in de kust. De meren in het gebied groeiden aaneen en breidden zich naar het oosten uit. De Romeinen noemden dit zoetwater merencomplex het meer Flevo. Zowel het Flevomeer als de IJssel gebruikten zij als doorvaartroute.
Nederzettingen en handel
Rond het jaar 1000 ontstond Amersfoort als een nederzetting aan een doorwaadbare plaats. In de loop der jaren werd de rivier als vaarweg gebruikt voor het vervoer van allerlei goederen, zoals bier uit Amersfoort naar Amsterdam en Friesland en later ook laken en andere weefsels.
In de 14e, 15e en 16e eeuw werd in het veen rond Baarn en Soest turf gegraven. Om die te kunnen vervoeren over de Eem werden de Praamgracht en het Oude Grachtje gegraven. In 1390 werd de Drakenburgergracht eraan toegevoegd.
In de 18e eeuw werd de tabaksteelt belangrijk en de aanvoer van de daarvoor benodigde schapenmest gebeurde eveneens per schip.
Later werd de doorvoer van deze producten minder belangrijk. Alleen de kalkovens bij Baarn en een glasfabriek bij Isselt leverden nog lading. Dit was niet voldoende om de scheepvaart op hoog peil te houden. Bovendien werd de Eem steeds moeilijker bevaarbaar door verzanding.
Kanalisatie
De Eem wordt gevormd door beken die veel zand meevoeren en bij Amersfoort samenkomen. Vooral tussen Amersfoort en de eerste Melm was dit een probleem voor de scheepvaart. Goederen voor Amersfoort moesten toen bij de Grote Melm worden overgeladen om verder vervoerd te worden. In 1554 werd besloten tot uitvoering van het eerste kanalisatieplan. De omringende dorpen werden verplicht gravers te zenden om deze enorme klus te klaren. Zo werd de zogenaamde Nieuwe Eem gegraven, van de Koppelpoort tot voorbij Isselt (in de buurt van de huidige hoogspanningsmasten). In 1613 werd besloten om drie zware sluizen bij de Koppelpoort te bouwen om het zand tegen te houden.
Toch moest het gedeelte tussen Amersfoort en de eerste Melm jaarlijks worden uitgebaggerd. Ook bij de monding waren er verzandingsproblemen, die later met behulp van leidammen en verbreding werden bestreden. Ook werden in de loop der tijd diverse bochten verbeterd of afgesneden. Nog niet zo lang geleden gebeurde dat bij Eembrugge en de grote Melm.
Het jaagpad
Kwam een schip meestal wel stroomafwaarts, stroomopwaarts naar Amersfoort was een ander verhaal. Dan moest het schip meestal worden getrokken door een paard, een man, of zelfs de vrouw van de schipper. Van de monding tot de Grote Melm lag een pad aan de oostzijde van de Eem. Daar werd overgestoken (het paard op het veer), waarna men op de westoever verder trok.
Het jaagpad is in 2000 vanaf het sluisje bij Zwarte Willem weer gedeeltelijk opgeknapt en als fiets/wandelroute in gebruik genomen. Op 26 april 2008 is deze route uitgebreid met een brug naar de andere oever. Hierdoor ontstond een fietsverbinding van Soest naar Hoogland. De brug werd vernoemd naar de nabijgelegen sluis tot Malebrug.