Het was me het roeiweekendje wel…

Published On: april 20th, 2022By Categorieën: Homepage, Roeien811 words

Coastal Rowing
Tja, als Emmy Kolijn je tijdens de DJWB vraagt om iets te schrijven over mijn ervaringen met Coastal Rowing dan heb je geen keus: dat doe je gewoon. Vandaar dat ik een poging waag om onze (ik was samen met Annelies Hart) ervaring weer te geven. Dat was op 9 april. En omdat er de volgende dag een roei-event was naar het eiland Dode Hond waaraan ik mocht deelnemen schrijf ik daar ook nog over, nu ik toch bezig ben.

RV Naarden heeft een paar Coastal Rowing boten liggen bij Jachthaven Huizer Hoofd. In Huizen inderdaad. Die boten worden ook wel aangeduid als Yole de mers (vertaald uit het Frans: “skiff op zee”). Niet te verwarren dus met C-boten. Het was prachtig weer voor zo’n zee boot. Immers, het was een vlagerige 5 bft westelijk, dus flinke golven op het Gooimeer. Een fikse hagelbui werd op de koop toegenomen.
Annelies en ik waren de enige afgevaardigden van BWV de Eem. Voor ons waren er al een paar roeiers van andere verenigingen geweest. We moesten ons melden bij de jachthaven. Tot onze verbazing lag ‘onze’ boot in de aanloophaven, nota bene 50 meter van waar ik woon. Reden: de ploeg voor ons had moeite om tegen de wind op te boksen. Daarom bleven ze op de weg terug halverwege steken. Uit privacy overwegingen noem ik niet de naam van hun vereniging. Ik kan wel zeggen dat ze in Amersfoort roeien. Hoe zouden wij het er vanaf brengen? We waren in ieder geval voorbereid op het ergste. Onze taak was het om de boot weer terug te brengen naar de jachthaven.
Maar wat schetste onze verbazing? Weliswaar hadden we de wind pal tegen maar we vlogen over het water leek het wel. We kregen we twee roeiers en een stuurman mee van RV Naarden. Dat scheelde natuurlijk. De boot huppelde heel makkelijk door of over de golven. Golven kwamen niet of nauwelijks binnen. Als die wel binnengekomen waren dan zou dat helemaal geen probleem zijn geweest, want de boot heeft een zelflozende kuip. Zelfs als we omgeslagen zouden zijn dan denk ik dat we de boot in een oogwenk weer rechtop hadden gekregen. Zo’n boot is namelijk één grote luchtkast.
Roeien op open water (Coastal Rowing) zit enorm in de lift. Overwogen wordt zelfs om er een Olympische Sport van te maken.
Wil je als lid van BWV de Eem ook een keer kennis maken met Coastal Rowing? Neem dan contact op met RV Naarden.

 

Wherry tocht Dode Hond
En dan had ik mij de volgende dag alweer ingescheept voor een tocht met wherry’s naar het eiland Dode Hond in het Eemmeer. Naast Annelies roeiden er nog vier dames mee. De oplettende lezer zal opmerken dat ik in dit gezelschap de enige man was. Kwade tongen beweerden dat dit niet goed kan gaan. Anderen hadden het weer over “mijn harem”. Ter geruststelling: ik heb vier dochters, dus ik kan rustig zeggen dat ik ervaringsdeskundige ben in de omgang met dames. Het is natuurlijk een schier onmogelijke opdracht om dames altijd maar te begrijpen maar als je net doet of je met hun emoties mee kan gaan is er niets aan de hand. Meestal dan. Om nu te zeggen “mijn harem” is sterk overdreven. Immers, niemand had een harembroek aan. Slechts één dame had een korte broek. Het weer liet overigens wel toe dat de dames geleidelijk aan meer zomers gekleed raakten. Boeien!
Bij Eemdijk werd een pitstop gemaakt met koffie een taart. Ideale landingsplaats; zowel de stuur- als bakboordkant heeft een lage wal wat het uitstappen makkelijk maakt. Het roeien naar de de Dode Hond vergde ons nominaal maar 1,5 uur. Makkelijk te doen dus voor een heen en weertje. Eenmaal op het Eemmeer gekomen was slechts een lichte deining voelbaar. Op een van de wherry’s ontstond tussen de bemanning (drie dames) echter een hèvige deining. Een van de roeiers wilde niet meer. Het kostte enige overtuigingskracht om haar toch weer in beweging te krijgen. Zo konden we toch gezamenlijk afmeren op het eiland. Ook aan lage wal.
NB: waarom heet het eiland “Dode Hond”, een beetje bizarre naam? Dat zit zo: De naam zou komen van arbeiders die een hond meenamen bij de aanleg van het eiland, (periode 1963-1965). De hond ging daar dood en zou daar zijn begraven. Over hond gesproken: tijdens onze lunch aldaar kregen we beslist niet de hond in de pot. Annelies had twee hele broden voor ons gesmeerd met rijkelijk beleg. Kregen we, ondanks de gespendeerde energie, gewoon niet op. Gezelligheid troef. Nadat we onszelf uitgebreid gefotografeerd hadden (ach, het blijven meiden tenslotte) gingen we voldaan en gebruind weer huiswaarts. Tijdens het roeien was alcohol natuurlijk uit den boze. Dat werd bij aankomst weer goed gemaakt op ons onvolprezen terras. Voor herhaling vatbaar. Volgende keer naar Huizen; is maar drie kwartier verder roeien.