Bokje

Hier vaart binnenkort de boot het beeld binnen.

Het bokje, Lymnocryptes minimus

Algemeen
18-20 cm groot. Het bokje is de kleinste snip. Meester in de camouflage. Als je in de buurt komt druk hij zich tegen de grond waardoor het bruine vogeltje vrijwel onzichtbaar wordt. Pas als je er bijna op staat vliegt ie weg. Als er vorst is, zijn er betere kansen om hem te zien: in drassige slootjes. Het is geen zeldzame vogel, die op doortrek en in de winter bij ons kan worden gezien (als je goed oplet tenminste…).

Z’n naam heeft ie gekregen omdat zijn snip-familie een mekkerend geitengeluid maken…maar het bokje juist niet – zie verderop voor zijn verrassende geluid.

Z’n Latijnse naam zegt veel over het bokje, want die betekent vrij vertaald “de in het moeras verborgen kleine”.

In het Engels heeft ie een stoere naam: Jack Snipe, wat niet echt past bij zo’n kleine schuchtere vogel toch?

Herkenning
Kleiner dan een Watersnip, met een veel kortere snavel en met gelige lengte strepen op z’n lijf. Vliegt zonder geluid vlak voor je voeten op om meestal na een korte vlucht in rechte lijn weer te landen. Z’n grote broer de Watersnip vliegt zigzaggend weg. Drukt zich bij onraad heel stil op de grond, waarbij de vogel helemaal versmelt met de omgeving. In vlucht herkenbaar aan het kleine formaat, de korte snavel en de ietwat puntige staart. Voedsel zoeken doet ie als een ja-knikker.

Geluid
Vliegend zeer zwijgzaam, rondstruinend in slikken en slootkanten heeft ie een heel aparte roep die nog het meest lijkt op een aanzwellende groep galopperende paarden in de verte; echt waar! Check maar eens op vogelbescherming.nl.

Broeden
Broedt in de toendra’s van Noord-Scandinavië, Baltische staten, Noord-Rusland en Siberië. Broedt op de grond, goed verborgen in de vegetatie. Broed van mei tot en met augustus ongeveer 3 weken lang. Het zijn moderne ouders want Pa en Ma broeden allebei. De jongen smeren ‘m na een week of 3 in het nest.

Leefgebied
Buiten broedtijd in lage moerassige vegetaties (rietland, venen, slikken, slootkanten, natte weilanden), ook kwelders. Zeer zelden uit de dekking van de vegetatie, dit gebeurt vooral bij vorst. Als roeiers zullen we ze niet snel zien, hoogstens in kleine dwarsslootjes die net niet droog staan. En dan vooral bij het ochtendgloren of de avondschemering.

Trekvogel?
Grotendeels trekvogel, die overwintert in West- en Zuid-Europa en in Afrika, ook ten zuiden van de Sahara. Met het warmer worden van de winters zullen we het bokje vaker kunnen zien overwinteren in Nederland.

Voedsel
Insecten en hun larven, wormen, slakjes en soms zaden. Beweegt het lichaam ritmisch heen en weer bij het prikken van de snavel in de grond. Pikt ook voedsel van de oppervlakte. Foerageert meestal alleen of in kleine, losse groepjes. Zoekt vooral ’s nachts of in de schemer naar voedsel.

Bijnaam?
Omdat het bokje pas op het allerlaatst voor gevaar wegvliegt wordt ie ook wel Doverik genoemd.


Foto vogel: Kees Venneker
via nederlandsessoorten.nl. Foto ‘roeiboot’: Sabine Joosten. Tekst: Fred Heil

ROEIBOOTBOKJE
Type1x
Niveau/bevoegdheidSS3
StatusIn de vaart
Status vanaf2004
BouwerFilippi
Bouwjaar2004
Aanschafjaar2004
Aanschafprijs2615 euro
LeverancierConcept Benelux
MateriaalKunststof
JeugdbootJa
BeschermdNee
Gewichtsklasse55-
GewichtscodeGROEN
Stuurbevoegdheidn.v.t.
Datum doop2004
Tijdens
Gedoopt doorLustrumcommissie 2003
De informatie over deze boot is zoveel mogelijk ingevuld in de tabel. Weet je ontbrekende informatie of is deze onjuist, graag doorgeven op: communicatie@bwvdeeem.nl.