Meerkoet
Hier vaart binnenkort de boot het beeld binnen.
De meerkoet, Fulica atra
Algemeen
De meerkoet is misschien wel de watervogel die we het meest zien op ons roeiwater De Eem. Ca 40 cm lang en een spanwijdte van ca 75 cm en aan die verhouding weet je al weer dat het geen vliegkunstenaar is. Hij fladdert alleen vlak boven ’t water als ie opgeschrikt wordt of als hij een opdringerige buurman wegjaagt.
Herkenning
De meerkoet is makkelijk te herkennen, want hij is helemaal roetzwart met een witte snavel en een witte bles of schild op het voorhoofd. De poten zie je meestal niet, maar die zijn bijzonder, want hij heeft lange poten en extra brede en lange tenen zodat ie ook over waterlelies en dun ijs kan lopen. Volwassen vogels hebben een rode iris. Hun jongen zijn behalve foeilelijk ook voorzien van rode kop en snavel waardoor de verwarring met het waterhoentje snel gemaakt is. Maar zijn ze bij hun ouders met de witte snavel & bles dan weet je het wel. Meerkoeten (mannetjes natuurlijk weer) kunnen ook behoorlijk vechten met andere mannetjes die hun vrouwtje of nest proberen te veroveren. Ze fladderen en klauwen dan wild om zich heen en vergeten hun omgeving volledig.
Geluid
De meerkoet maakt veel keffende, niesende en pruttelende geluiden. Jonkies zwemmen piepend achter hun ouders aan. Luister maar eens de volgende keer dat je gaat roeien of via vogelbescherming.nl.
Broeden
Broedt vanaf half maart tot in juli en heeft meestal 2 legsels van 5 tot 10 eieren. Broedt ruim 3 weken. De jongen verlaten het nest meteen maar kunnen pas na een week of 8 vliegen en dat dan ook nog onbeholpen. Maakt het nest meestal in het riet met allerhande materialen, maar broedt ook wel op drijvende graseilandjes. Om de mooiste stekkies wordt flink gevochten, let maar eens op in het voorjaar.
Leefgebied
Leeft overal in Nederland waar zoet water is. Van nature in moerassige gebieden waar ze met hun verbrede tenen prima doorheen kunnen banjeren zonder weg te zinken. In de winter zie je ze soms in een kudde op het weiland rondlopen op zoek naar plantscheuten.
Trekvogel?
De meeste meerkoeten blijven ook in de winter op hun plek. Alleen als het water dichtvriest en ze geen waterplanten meer kunnen vinden om te eten, zakken ze af naar het zuiden, wat ook steeds minder vaak nodig is…
Voedsel
De meerkoet eet waterplanten en pakt daarbij ook wel slakjes en waterinsecten mee. Ze proberen wel eens wat dieper te duiken om het lekkerste waterplantje te bemachtigen, maar doordat ze heel veel lucht onder hun veren hebben lukt dat slecht. Ze springen dan op voordat ze duiken maar schieten als een dobber terug naar het wateroppervlak. Een komisch gezicht. Eten dus ook wel gras op weilanden. Verandering van spijs doet eten nietwaar (-;
Bijnaam?
De meerkoet is geen bijzondere vogel maar heeft veel bijnamen. De Duitsers noemen hem BlesHoen, de Engelsen Coot en de Fransen Foulque Macroule of Morelle, wat van Moor (=zwartgekleurd) afkomt. In Spanje heet ie ook wel Máncon wat gemankeerde betekent – omdat ie nauwelijks vliegt. De Friezen noemen ‘m Markol, wat Bles op het Meer betekent. Dan zijn er bijvoorbeeld nog Witte Bleskop, Prutter (vanwege de pruttelende geluidjes), Waterkraai, Dominee of in Noord Frankrijk het mooie Seur d’Ekol (Non) en vele andere.
Foto vogel: Jan Nijendijk via Saxifraga. Foto ‘roeiboot’: Sabine Joosten. Tekst: Fred Heil
ROEIBOOT | MEERKOET |
---|---|
Type | C1 |
Niveau/bevoegdheid | SS2 (zie ook bij Bevoegdheid) |
Status | In de vaart |
Status vanaf | 1995 |
Bouwer | Busman |
Bouwjaar | 1995 |
Aanschafjaar | 1995 |
Aanschafprijs | 2876 euro |
Leverancier | Busman |
Materiaal | Kunststof |
Jeugdboot | Nee |
Beschermd | Nee |
Gewichtsklasse | n.v.t |
Gewichtscode | n.v.t. |
Bevoegdheid | Na behalen examen SS2 ben je bevoegd om te roeien richting Amersfoort. Indien in bezit van ST2 ook bevoegd te roeien richting Eemmond. |
Datum doop | 1995 |
Tijdens | – |
Gedoopt door | H. M. / Na te vragen bij bestuur |